Algemene voorwaarden voor All4home – Vloeren, tegels en sanitair
Aanneming van werk
Artikel 1 – Definities
In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:
Bouwbedrijf: All4home – Vloeren, tegels en sanitair, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 85120685.
Opdrachtgever: de wederpartij van All4home – Vloeren, tegels en sanitair met wie een overeenkomst tot het verrichten van bouwwerkzaamheden wordt gesloten.
Artikel 2 – Toepasselijkheid
1. Deze voorwaarden gelden voor iedere aanbieding en iedere overeenkomst tussen bouwbedrijf en een opdrachtgever waarop bouwbedrijf deze voorwaarden van toepassing heeft verklaard, voor zover van deze voorwaarden niet door partijen uitdrukkelijk en schriftelijk is afgeweken.
2. Deze algemene voorwaarden zijn eveneens van toepassing op alle overeenkomsten met bouwbedrijf, voor de uitvoering waarvan derden dienen te worden betrokken.
Artikel 3 – Offerte
1. Alle offertes van bouwbedrijf zijn vrijblijvend.
2. De in een offerte of aanbieding vermelde prijzen zijn exclusief B.T.W.
3. Een samengestelde prijsopgave verplicht bouwbedrijf niet tot het verrichten van een volledig opdracht of een gedeelte van de opdracht tegen een overeenkomstig deel van de opgegeven prijs.
4. Bouwbedrijf is ten alle tijden gerechtigd om een offerte te wijzigen of in te trekken (ook binnen het vervaldatum)
Artikel 4 – Aanvang van het werk
In de overeenkomst wordt de datum van de aanvang en de duur van het werk vastgelegd
Artikel 5: Verplichtingen van het bouwbedrijf
1. Het bouwbedrijf is verplicht het werk goed en deugdelijk en naar de bepalingen van de overeenkomst uit te voeren.
2. Het bouwbedrijf is voorts verplicht de door of namens de opdrachtgever gegeven orders en aanwijzingen op te volgen.
3. Het bouwbedrijf is verplicht de opdrachtgever te wijzen op onvolkomenheden in door of namens de opdrachtgever voorgeschreven constructies en werk wijzen en in door of namens de opdrachtgever gegeven orders en aanwijzingen, alsmede de gebreken in door de opdrachtgever ter beschikking gestelde voorgeschreven bouwstoffen en hulpmiddelen, voor zover het bouwbedrijf deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen.
4. Het bouwbedrijf vrijwaart de opdrachtgever tegen aanspraken tot vergoeding van schade voor zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en te wijten is aan nalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van het bouwbedrijf.
Artikel 6 – Aansprakelijkheid van bouwbedrijf
1. Het bouwbedrijf is aansprakelijk voor schade aan het werk, tenzij deze het gevolg is van buitengewone omstandigheden tegen de schadelijke gevolgen waarvan het bouwbedrijf in verband met de aard van het werk geen passende maatregelen heeft behoeven te nemen en het onredelijk zou zijn de schade voor zijn rekening te doen komen.
2. Het bouwbedrijf is aansprakelijk voor schade aan andere werken en eigendommen van de opdrachtgever voor zover deze door de uitvoering van het werk zijn toegebracht en te wijten is aan nalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van het bouwbedrijf.
3. Het bouwbedrijf is niet aansprakelijk voor het toebrengen van schade aan kabels, buizen en leidingen indien en voor zover hem door of namens de opdrachtgever verstrekte gegevens over de ligging daarvan onjuistheden bevatten of onvolledig zijn. Evenmin is het bouwbedrijf aansprakelijk indien de ligging niet door de opdrachtgever aan hem is medegedeeld.
4. Het bouwbedrijf is niet aansprakelijk voor schade aan het werk als gevolg van door de opdrachtgever of in diens opdracht door derden uitgevoerde werkzaamheden.
5. Op het moment dat er plinten geplaatst worden kan het mogelijk zijn dat er aan de onderkant van de plinten een kier blijft staan, omdat niet alle ondergronden even recht zijn.
Artikel 7 – Verplichtingen van de opdrachtgever
1. De opdrachtgever dient ervoor te zorgen dat door anderen uit te voeren werkzaamheden en/of leveringen die niet tot het werk van bouwbedrijf behoren, zodanig en zo tijdig worden verricht dat de uitvoering van het werk daarvan geen vertraging ondervindt voor bouwbedrijf.
2. De opdrachtgever zorgt ervoor dat het bouwbedrijf tijdig kan beschikken:
a. Over tekeningen van de ligging van kabels, buizen en leidingen;
b. Over het gebouw, terrein of het water waarin of waarop het werk moet worden uitgevoerd;
c. Over aansluitingsmogelijkheden voor elektrische machines, verlichting, verwarming, gas, perslucht, water en andere voor de uitvoering van het werk benodigde energie;
d. Over de voor de opzet van het werk benodigde gegevens en goedkeuringen (zoals vergunningen, ontheffingen of beschikkingen).
3. De benodigde elektriciteit, gas en water is voor rekening van de opdrachtgever.
4. De opdrachtgever dient ervoor te zorgen, dat door anderen uit te voeren werkzaamheden en/of leveringen dien niet tot het werk van het bouwbedrijf behoren, zodanig en zo tijdig worden verricht, dat de uitvoering van het werk daarvan geen vertraging ondervindt.
5. Indien de aanvang of de voortgang van het werk wordt vertraagd door factoren, waarvoor de opdrachtgever verantwoordelijk is, dienen de daaruit voor het bouwbedrijf voorvloeiende schade en kosten door de opdrachtgever te worden vergoed.
Artikel 8 – Aansprakelijkheid van de opdrachtgever
1. Indien bouwstoffen of hulpmiddelen, die de opdrachtgever ter beschikking heeft gesteld, dan wel door hem zijn voorgeschreven, gebreken mochten hebben, is de opdrachtgever aansprakelijk voor de daarvoor veroorzaakte schade.
2. De opdrachtgever is aansprakelijk voor schade aan het werk als gevolg van door hem uitgevoerde werkzaamheden of verrichte leveringen.
3. De opdrachtgever draagt de verantwoordelijkheid voor de door of namens hem of haar voorgeschreven constructies en werkwijzen, daaronder begrepen de invloed, die daarop door de bodemgesteldheid wordt uitgeoefend, alsmede voor de door of namens hem of haar gegeven orders en aanwijzingen.
Artikel 9 – oplevering, onderhoudstermijn
1. Het werk wordt als opgeleverd beschouwd:
a. Indien het bouwbedrijf hetzij schriftelijk hetzij mondeling aan de opdrachtgever kennis heeft gegeven omtrent de voltooiing van het werk;
b. Na verloop van acht dagen nadat het bouwbedrijf schriftelijk aan de opdrachtgever heeft medegedeeld, dat het werk voltooid is en de opdrachtgever heeft nagelaten het werk binnen die termijn op te nemen;
c. Bij ingebruikneming van het werk door de opdrachtgever, met dien verstande dat door ingebruikneming van een gedeelte van het werk, dat gedeelte als oplevering wordt beschouwd.
2. Kleine gebreken die kunnen worden hersteld zullen geen reden tot onthouding van goedkeuring mogen zijn.
3. Bij onthouding van de goedkeuring van het werk is de opdrachtgever verplicht hiervan schriftelijk mededeling te doen aan het bouwbedrijf, onder opgaaf van reden hiervan.
4. Het bouwbedrijf is gehouden de in lid 2 bedoelde kleine gebreken alsmede de alsnog aan het werk aan de dag getreden gebreken in dertig dagen na de oplevering schriftelijk te zijner kennis zijn gebracht, zo spoedig mogelijk te herstellen.
5. Na de in het vorige lid genoemde termijn is het bouwbedrijf niet meer aansprakelijk voor tekortkomingen aan het werk.
Artikel 10 – Uitvoeringstermijn
Is binnen de looptijd van de overeenkomst voor de voltooiing van bepaalde werkzaamheden een termijn overeengekomen, dan is dit nimmer een fatale termijn. Bij overschrijding van de uitvoeringstermijn dient de opdrachtgever het bouwbedrijf derhalve schriftelijk in gebreke te stellen.
Artikel 11 – Betalingen en incassokosten
1. Betaling dient steeds te geschieden binnen de afgesproken termijn tussen opdrachtgever en bouwbedrijf, op een door het bouwbedrijf aan te geven wijze in de valuta waarin is gefactureerd.
2. Het bouwbedrijf is gerechtigd om periodiek te factureren.
3. Indien de opdrachtgever in gebreke blijft in de tijdige betaling van een factuur, dan is de opdrachtgever van rechtswege in verzuim. De opdrachtgever is dan een rente verschuldigd van 1% per maand.
4. Indien de opdrachtgever met de betaling in gebreke blijft, is het bouwbedrijf gerechtig het werk stil te leggen tot het moment waarop de verschuldigde termijn is voldaan, mits hij de opdrachtgever schriftelijk in gebreke heeft gesteld en zeven dagen zijn verlopen na de dag van de ingebrekestelling. Het in de vorige zin bepaalde laat het recht van het bouwbedrijf op vergoeding van kosten, schaden en interessen onverlet.
5. In geval van liquidatie, faillissement of surseance van betaling van de opdrachtgever zullen de vorderingen van het bouwbedrijf en de verplichtingen van de opdrachtgever jegens het bouwbedrijf onmiddellijk opeisbaar zijn.
6. Door de opdrachtgever gedane betalingen strekken steeds ter afdoening in de eerste plaats van alle verschuldigde rente en kosten, in de tweede plaats van opeisbare facturen die het langst open staan, zelfs al vermeldt de opdrachtgever dat de voldoening betrekking heeft op een latere factuur.
Artikel 12 – In gebreke blijven van de opdrachtgever
1. Indien de opdrachtgever niet tijdig betaalt, is het bouwbedrijf gerechtigd tot invordering van het verschuldigde over te gaan, mits hij de opdrachtgever schriftelijk heeft aangemaand om alsnog binnen 7 dagen te betalen en de betaling is uitgebleven
2. Indien het bouwbedrijf tot invordering overgaat, zijn de daaraan verbonden buitengerechtelijke kosten voor rekening van de opdrachtgever. Het bouwbedrijf is gerechtigd deze kosten te fixeren op 10% van de verschuldigde hoofdsom.
3. Indien de opdrachtgever een termijn niet tijdig betaalt, is het bouwbedrijf gerechtigd het werk stil te leggen tot het moment waarop de verschuldigde termijn is voldaan, mits hij de opdrachtgever schriftelijk heeft aangemaand om alsnog binnen 7 dagen te betalen en de betaling is uitgebleven.
Artikel 13 – Contractduur
1. De overeenkomst tussen het bouwbedrijf en opdrachtgever wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, tenzij uit de aard van de overeenkomst anders voortvloeit of indien partijen uitdrukkelijk en schriftelijk anders overeenkomen.
2. Het bouwbedrijf zal de overeenkomst naar beste inzicht en vermogen en overeenkomstig de eisen van goed vakmanschap uitvoeren.
Artikel 14 – Overmacht
1. Onder overmacht wordt in deze algemene voorwaarden verstaan naast hetgeen daaromtrent in de wet en jurisprudentie wordt begrepen, alle van buiten komende oorzaken, voorzien of niet voorzien, waarop het bouwbedrijf geen invloed kan uitoefenen, doch waardoor het bouwbedrijf niet in staat is haar verplichtingen na te komen. Werkstakingen in het bedrijf van het bouwbedrijf worden daaronder begrepen.
2. Het bouwbedrijf heeft ook het recht zich op overmacht te beroepen, indien de omstandigheid die (verdere) nakoming verhindert, intreedt nadat het bouwbedrijf haar verbintenis had moeten nakomen.
3. Tijdens overmacht worden de verplichtingen van het bouwbedrijf opgeschort. Indien de periode waarin door overmacht nakoming van de verplichtingen door het bouwbedrijf niet mogelijk is, of langer duurt dan 2 maanden zijn beide partijen bevoegd de overeenkomst te ontbinden. In dat geval bestaat er geen verplichting tot schadevergoeding. Indien het bouwbedrijf bij het intreden van de overmacht al gedeeltelijk aan haar verplichtingen heeft voldaan, of slechts gedeeltelijk aan haar verplichtingen kan voldoen, is zij gerechtigd het reeds uitgevoerde, c.q. uitvoerbare deel afzonderlijk te factureren. De opdrachtgever is gehouden deze factuur te voldoen als betrof het een afzonderlijk contract. Dit geldt echter niet als het reeds uitgevoerde c.q. uitvoerbare deel geen zelfstandige waarde heeft.
Artikel 15 – Geschillenbeslechting
De rechter in de woonplaats van het bouwbedrijf is bij uitsluiting bevoegd van geschillen kennis te nemen, tenzij de kantonrechter bevoegd is. Niettemin heeft het bouwbedrijf het recht haar wederpartij te dagvaarden voor de volgens de wet bevoegde rechter.
Artikel 16 – Toepasselijk recht
1. Op de overeenkomst tussen opdrachtgever en het bouwbedrijf, waarop deze algemene voorwaarden van toepassing zijn, is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing.
Artikel 17 – Bevoegde rechter
1. Alle geschillen, voortvloeiende uit de overeenkomst, waarop deze voorwaarden van toepassing zijn, of voortvloeiende uit nadere overeenkomsten ter uitvoering daarvan, zullen worden beslecht door de in de plaats van vestiging van het bouwbedrijf bevoegde rechter, behoudens na te vermelden beperking.
2. Wanneer bij een geschil de opdrachtgever een consument is en het bouwbedrijf zich schriftelijk op het onder 17.1 opgenomen beding beroept, wordt aan de opdrachtgever/consument nog één maand gegund – nadat het beroep is gedaan – om alsnog voor beslechting van het geschil een bevoegde rechter aan te wijzen.